Skip to main content

Stel, je werkt in een leuk bedrijf en samen met je collega’s krijgen jullie een nieuwe werkgever: een computer. Hoe komt dit op jou over? Vind je dit schandalig? Of zelfs onpersoonlijk? Tenslotte, is een computer niet zoals een persoon die jou leert kennen op praktisch en emotioneel vlak. In dit artikel discussiëren we de opkomst van digitalisering en de impact op werkgelegenheid. IT is een erg opkomend fenomeen en steeds meer bedrijfsactiviteiten worden geautomatiseerd. Het kan daarom interessant zijn om in te gaan op verschillende visies en perspectieven betreft de digitalisering en werkgelegenheid.

Een artikel van ‘How We Get To Next’ schrijft dat computers als werkgevers in de komende jaren nog weleens werkelijkheid kan gaan worden. Zij gebruiken de bevindingen van Frey en Osborne (2013) en stellen dat 47% van de totale populatie (alleen in de Verenigde Staten) een hoog risicofactor is om zijn of haar baan te verliezen. Positieve geluiden hierover zijn dat computers veel van het vuile werk voor ons opknappen dat wij vaak niet willen doen of zelfs saai vinden. Ook doen deze computers werk dat complex kan zijn. Misschien het beste argument van het artikel dat de digitalisering in opkomst is, is dat ons uurloon waarschijnlijk zal stijgen en tegelijkertijd het aantal werkuren zal dalen. Hoewel deze ontwikkeling erg positief is, zijn er ook negatieve effecten. De opkomst van de digitalisering zal veel banen laten verdwijnen die momenteel door mensen worden uitgevoerd. Om dit tegen te gaan, moeten werknemers getraind worden op posities die vandaag de dag nog helemaal niet bestaan, echter is er dan een grote kans is dat deze getrainde mensen alsnog niet worden gekozen omdat er dan alsnog anderen zijn die men geschikter acht.

Het effect van digitalisering op werkgelegenheid

Frey en Osborne[i] bevinden dat in de komende eeuw de technologie zodanig voorruit gaat, dat werknemers voornamelijk taken moeten kunnen die computers niet kunnen. Dit zijn vooral taken waarin men creatief en sociaal vaardig moet zijn. Naast bovengenoemd onderzoek, zijn er ook andere onderzoeken die ingaan op de  invloed van digitalisering op de werkgelegenheid. Loebbecke en Picot[ii] hebben bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de digitalisering op werkgelegenheid in combinatie met data analytics. De auteurs definiëren digitalisering als “de transformatie van analoog naar digitale informatie en processen vanuit een technisch perspectief”. De karakteristieken van data analytics bestaan uit een “focus op zeer grote, ongestructureerde en snelbewegende data”. Het is tegenwoordig geen geheim meer dat corporaties zoveel mogelijk data willen verzamelen. Daarnaast beschrijven Loebbecke en Picot dat de opkomst van netwerken via het internet ons in staat stelt zoveel data te analyseren dat hier minder mensen aan te pas hoeven te komen. Dit heeft een groot effect op de focus die corporaties nemen. Tenslotte zijn wij, de consument, hun doelgroep en stellen wij informatie bloot aan bedrijven voor hen om te gebruiken. Corporaties passen zich hierop aan en hierdoor krijgen we andere producten en service en/of dienstverlening aangeboden. Loebbecke en Picot erkennen verder dat tegelijkertijd de groei van werkgelegenheid in de IT, productiviteit en technologische innovatie toeneemt. Echter, op andere vlakken zijn ze het met Frey en Osborne eens en schrijven dat machines mensen zullen vervangen vanwege de digitalisering. Loebbecke en Picot ondervinden andere mechanismen dan Frey en Osborne en zijn het niet eens met het effect van de digitalisering. Loebbecke en Picot identificeren dat het effect van de digitalisering en werkgelegenheid voornamelijk binnen organisaties te merken is. De auteurs denken dat er slechts een paar bedrijven in de markt zullen blijven en een eentonige vraag van de consument af. Eigendomsrechten van bedrijven zullen ook verdwijnen volgens de auteurs. Frey en Osborne vinden juist dat het effect erg met de werknemer te maken heeft. Dit betekent dat de werknemer creatief moet zijn en sociale vaardigheden moet hebben. Daarbij komt dat veel mensen die eerder vanwege het cognitieve aspect een voordeel hadden in hun vakgebied, worden ingehaald door machines en later dus minder nodig zijn. Beslissingen kunnen beter gemaakt worden door machines dan mensen vanwege het omgaan met big data analytics. Dat wil zeggen dat computers sneller leren van grote ongestructureerde vormen van data over een bepaald fenomeen (bijvoorbeeld veranderingen in voorkeuren van de consument of beleid op de werkvloer).

De impact van digitalisering op werkgelegenheid

De voor- en nadelen van de digitalisering op werkgelegenheid gaan erg gelijk op en ook Loebbecke en Picot vinden geen emperisch bewijs hiervoor. Evangelista, Guerrieri, en Meliciani[iii] beweren wel dat de opkomst van digitalisering een positief effect zal hebben op de werkgelegenheid, mits de corporatie affiniteit heeft met ICT. Dit betekent dat de impact van werkgelegenheid grotendeels afhangt van het niveau en kwaliteit van het gebruik van ICT. Hoewel een hoger gebruik van ICT producten binnen een corporatie een positief effect heeft, moet het wel in balans zijn met de economische groei van het landelijk gebied. De auteurs hebben gekeken naar het gebruik van ICT producten bij groepen die over het algemeen in het nadeel zijn zoals ouderen, vrouwen en mensen die al sinds langere tijd werkloos zijn. Evangelista et al., vinden bewijs dat deze groepen een groot voordeel kunnen behalen als zij veel affiniteit met ICT producten tonen. Hoewel Loebbecke en Picot (2015) niet tot een conclusie zijn gekomen wat de daadwerkelijke impact is van de digitalisering op de werkgelegenheid, weten Evangelista et al., een kwantitatief model te genereren waarin de correlatie tussen digitalisering en impact van werkgelegenheid wordt aangeduid. De limitatie van dit model is dat het alleen werkt op korte termijn en wij dus zullen moeten afwachten hoe dit gaat werken op de lange termijn. De vraag die zij dus ook stellen is of een hoge affiniteit met ICT producten bij de nadelige groepen maar ook over het algemeen, gaat werken op de lange termijn.

De resultaten van diverse onderzoeken op dit gebied lopen ver uiteen, waardoor een eenduidige conclusie trekken moeilijk is. Het is daarom verstandig om niet af te wachten, maar direct actie te ondernemen. Een rapport van de OECD geeft, net als bij Evangelista, Guerrieri en Meliciani, aan dat verschillende vaardigheden van belang zijn om kans te maken bij de opkomst van de digitalisering op werkgelegenheid. Daarnaast moeten ze ook een affiniteit hebben met ICT-producten. Wanneer men geen affiniteit heeft met ICT-producten, worden er door de besproken onderzoeken en het rapport van OECD aangeraden hier mee bezig te zijn en het gestaagd te leren. Tegenwoordig moet een ober zijn bestellingen opnemen via een iPad of een fabrieksmedewerker data invoeren in een informatiesysteem. Het OECD identificeert vier prioriteiten om de uitdaging tegen de digitalisering op werkgelegenheid aan te gaan: 1) leerlingen moeten op basisscholen al ICT-vaardigheden krijgen 2) educatie- en trainingssystemen moeten beter omgaan met veranderingen in vaardigheden die nodig zijn op dat moment op de arbeidsmarkt 3) werkgevers moeten dezelfde vaardigheden kennen die werknemers hebben om zo effectief en competitief te blijven 4) werknemers moeten constant bijgeschoold worden voor de benodigde vaardigheden in een snel-veranderende economie.

De bevindingen tonen aan dat de digitalisering verschillende effecten en impact heeft op werknemers die weinig affiniteit hebben met ICT-producten. Echter, zal de impact van automatisering verschillen per sector. Vanuit een IT-perspectief worden meer banen gecreërd en vanuit een productie-perspectief moet er het één en ander gesleuteld worden. Het belangrijkste is misschien wel hoe men omgaat met de verandering in plaats van dat er een verandering is.

[i] Frey, C. B., & Osborne, M. A. (2013). The future of employment: How susceptible are jobs to computerization? Technological Forecasting and Social Change, 254-280

[ii] Loebbecke, C., & Picot, A. (2015). Reflections on societal and business model transformation arising from digitization and big data analytics: A research agenda. Journal of Strategic Information Systems, 24(3), 149-157. doi:10.1016/j.jsis.2015.08.002

[iii] Evangelista, R., Guerrieri, P., & Meliciani, V. (2014). The economic impact of digital technologies in Europe. Economics of Innovation and New Technology, 23(8), 802-824. Doi:10.1080/10438599.2014.918438

Leave a Reply